Theologie: zuchten omgevormd tot ademen in hoop
Levend in de monastieke traditie van de kerk klinkt Alle dingen nieuw van Erik Borgman mij als monnik als muziek in de oren. Waarom? Allereerst omdat deze poging tot een theologische visie voor de 21e eeuw duidelijk het gebed als grondmodel neemt voor geloof en theologie. De 4e-eeuwse monnik heeft duidelijk de definitie van een theoloog neergezet: "Een theoloog is iemand die bidt en iemand die bidt is een theoloog." Niet de rede maar het geloof, als concrete beleefde ervaring geuit in het gebed is de grond waar deze theologie op staat.
Ten tweede de omschrijving van het gebed, zoals Borgman dat doorheen zijn boek ontwikkelt laat zien dat het inderdaad geleefde ervaring voor hem is. Het is geen goedkope vrome definitie van bidden maar een open staan in het volle werkelijke leven. Het gebed is verlangen naar, instemming met en overgave aan Gods nabijheid en Gods vernieuwende kracht. (319) Theologie is dan denkende toewijding aan de komst van hetgeen vanuit het gebruikelijke perspectief onmogelijk is, maar zich aankondigt in wat dit perspectief doorbreekt en nieuwe perspectieven opent. (320) Gebed en dus theologie worden op die manier een stille revolutie die alles anders maakt.
Ten derde klinkt dit boek mij als muziek in oren, dat wil zeggen als een en al klanken die spelen rond het thema van het gebed als stem en tegenstem. Soms zijn het zoveel klanken die voorbij komen dat je adem benomen wordt of zelfs de wanhoop nabij van een teveel aan klanken en bewegingen. Aan het einde van het boek vergelijkt Borgman zijn stijl van theologie bedrijven met de jazzmuziek. Inderdaad, een muziekstijl van improvisaties op een thema. Theologie als een stijl van improvisaties op een thema dat stevig geworteld staat in het gebed. Al deze improvisaties van Borgman zijn voor mij samen te vatten in het volgende korte citaat: ‘In het gebed wordt zuchten omgevormd tot ademen in hoop”. (60) Dat is theologie!
Na lezing van het boek kwam bij mij dat merkwaardige experiment van de Amerikaanse Trappist Thomas Merton naar boven die in 1967 op een cassettebandje een experimentele jazz meditatie opnam. Tegen de achtergrond van muziek van jazzorganist Jimmie Smith (1928-2005) mediteerde Merton opzoek naar de betekenis van de klanken, de woorden maar ook de context waarin deze improvisatie van Smith klonk. In die meditatie werden alle dingen nieuw voor Merton. Het leverde hem de bijnaam op (één van zijn vele) de Jazz monnik. Alle dingen nieuw maakt van Eric Borgman wellicht de jazz theoloog. Ik ben benieuwd naar zijn volgende improvisaties. In de hoop dat velen op deze improvisaties weer verder improviseren want dat is uiteindelijk echte jazz en echte theologie.
Dom Bernardus
Dom Bernardus Peeters studeerde dogmatiek aan de Theologische Faculteit te Tilburg. De monniken van Koningshoeven kozen hem in 2005 op 37-jarige leeftijd tot abt van hun abdij. In 2017 werd hij voorzitter van de Konferentie Nederlandse Religieuzen.