Katholieke theologie zoekt de dialoog op
Het is een grote verdienste van Erik Borgman dat hij in zijn theologisch denken het gesprek weet aan te gaan met beeldende kunstenaars, jazzcomponisten, literaire schrijvers, dichters, essayisten en spirituele auteurs. Terecht levert hem dat het etiket van cultuurtheoloog op. Twee stemmen zouden echter wat meer gehoord mogen worden in zijn narratieve en dialogale project: die van het recente pauselijke leergezag en die van eigentijdse bekeerlingen, want ook van hen valt veel te leren voor een theologische visie in de 21ste eeuw.
Universiteit en kerk
Pausen zijn zelden geneigd in hun leerstellige teksten zoals encyclieken of exhortaties levende theologen te citeren, maar omgekeerd hebben die godgeleerden evenzeer de neiging het recente kerkelijke magisterium op afstand te houden. Nieuwe documenten “uit Rome” worden met de nodige scepsis benaderd, maar de kritiek erop wordt ook maar beter binnensmonds gehouden. Je krijgt het maar beter niet aan de stok met Rome. Maar mogen we van katholieke theologen niet juist verwachten dat dat pauselijke leergezag integraal deel uitmaakt van hun theologische activiteit, dat ze er een constructieve dialoog mee aangaan, zich erdoor laten uitdagen, bijdragen aan de receptie ervan en op andere momenten juist de voortgang en de evolutie in het leergezag stimuleren? Universiteit en kerk zouden geen gescheiden werelden mogen zijn. Daarom is het jammer dat pausen én theologen verkiezen alleen dode godgeleerden en kerkleiders uit een ver verleden te citeren, want dat is veilig. Ieder heeft zijn rol te spelen, maar academische theologie en kerkelijk leergezag zouden zich niet aan elkaar mogen onttrekken, noch elkaars ruimte willen inpikken: theologie is geen alternatief magisterium en het leergezag is geen betere vorm van theologie.
Dominicaans
Deze bedenking wil hoegenaamd niet suggereren dat Borgman geen katholieke theoloog zou zijn. Het is niet omdat hij vooral in dialoog gaat met de hedendaagse cultuur en nauwelijks pausen citeert, dat hij niet katholiek zou zijn. Borgman laaft zich aan de Schrift en het gebed, betrekt in zijn boek de traditie en zoekt geheel in lijn met het Tweede Vaticaans Concilie de tekenen van de tijd te lezen in het licht van het evangelie. Vaticanum II maakte een onderscheid tussen de ene Traditie en specifiekere tradities die gebonden zijn aan bepaalde historische perioden, regio’s of gemeenschappen zoals religieuze orden. Ook op dat vlak is Borgman een katholieke theoloog die zich plaatst binnen een heel specifieke traditie: de dominicaanse. Hij laaft zich volop aan Dominicus, Thomas van Aquino, Edward Schillebeeckx, Timothy Radcliffe en vele andere ordegenoten.
Aanknopingspunten
Toch is het jammer dat Borgman niet wat vaker in dialoog gaat met het recente pauselijke leergezag. Zeker met paus Franciscus’ visies zijn er nochtans vele aanknopingspunten mogelijk. Dat God altijd jong en altijd nieuw is, dat Hij ons altijd verrast, is iets wat Franciscus net als Borgman in de verf zet. Daarnaast zijn er zijn aandacht voor de periferie, zijn denken en handelen vanuit de marge en zijn pleidooien om onze comfortzone te verlaten en de straat op te gaan. Franciscus’ droom over een missionaire kerk die naar buiten komt met de vreugde van het evangelie en die de barmhartigheid vooropzet, sluit perfect aan bij Borgmans discours. Waarom dus niet veelvuldiger bruggen smeden naar die uitdagende woorden van deze paus? De mogelijkheden liggen voor het rapen. Nu wordt negen keren naar Franciscus verwezen, zij het vooral in de voetnoten. Benedictus XVI duikt tweemaal op, net als zijn voorganger Johannes Paulus II, maar hun naam valt in het kader van de zalig- en heiligverklaringen van John Henry Newman, Thérèse van Lisieux en Edith Stein die worden geciteerd. Hun denken blijft compleet buiten beeld.
Christelijk mensbeeld
Daarom de suggestie en de hoop dat het recente pauselijke leergezag uitdrukkelijker aan bod zou komen in de volgende twee delen van de trilogie. Als Borgman in het tweede deel verder ingaat op Gods humanisme en het christelijke mensbeeld, en in het derde deel op de nieuwheid waartoe het christelijke leven uitnodigt, doet hij er goed aan daarin bijvoorbeeld de christelijke antropologie van Johannes Paulus II te betrekken. Diens pontificaat kan gelezen worden als een antwoord op de antropologische crisis. Nuttig in dat opzicht is het interviewboek Over de drempel van de hoop (1994) en zijn inaugurale encycliek Redemptoris Hominis (1979), maar wellicht ook andere encyclieken en niet te vergeten zijn theologie van het lichaam. Voor het christelijke wereldbeeld en de wijze waarop christenen in de wereld staan en zich tot de wereld verhouden, kan dan weer paus Benedictus XVI inspirerend zijn. Het herlezen waard zijn naast diens encyclieken zijn zogenaamde “septemberlezingen”: in Regensburg in 2006, in het Collège des Bernardins in Parijs in 2008, in Westminster Hall in Londen in 2010 en in de Bundestag in Berlijn in 2011, telkens in de maand september. Die twee pausen reikten vanuit het christendom opbouwende kritieken en alternatieven aan opdat de moderne samenlevingen niet aan hun zwaktes ten onder zouden gaan.
Hunker en verlangen
Een andere stem die sterker gehoord mag worden om de eigenheid van het christendom in onze seculiere tijd in de verf te zetten, is die van bekeerlingen, catechumenen en herbeginners in het geloof. Borgman is gevoelig voor hun ervaringen en verwijst in het eerste deel van zijn trilogie bijvoorbeeld naar de getuigenissen van de Franse schrijver en diplomaat Paul Claudel (1868-1955) en de Engelse schrijfster en dichteres Sally Read die naar Rome verhuisde. Die laatste kwam aan bod in de zomerreeks van 2017 waarin Tertio bekeerlingen aan het woord liet. Van overtuigd atheïst werd Read een vurig katholiek die getuigt hoe haar moreel kompas helemaal gereset is door haar bekering. “De liefde verandert alles” (zie Tertio nr. 909-910 van 12/7/’17). Zonder aanwijsbare reden zocht Read naar een kerk en werd ze gezogen naar een brandende godslamp als teken van Christus’ aanwezigheid. Ze verlangde naar het gebed en naar de eucharistie zonder te weten hoe die in hun werk gaan. Haar hunker was al gebed, was al geloof.
Nieuwkomers bij de Bron
Het zou goed zijn als theologen en kerkmensen hun oor vaker te luisteren leggen bij zulke “nieuwkomers bij de Bron” – om te refereren aan een boektitel van Lode Aerts, toen nog vicaris voor jongerenpastoraal. Hoe komen bekeerlingen God op het spoor? Waarom kiezen ze ervoor lid te worden van de kerk door het doopsel in een tijd waarin hun omgeving vaak vijandig staat tegenover dat instituut en hun keuze veeleer op onbegrip stoot? Hoe verandert geloof hun leven en waar ligt voor hen het unieke van het christendom dat hen overstag deed gaan? Het beluisteren van hun getuigenis kan nieuwe inzichten opleveren over de blijvende actualiteit van dat verhaal van een Levende. Borgman is gevoelig voor de pijn en de klacht die de moderne cultuur doortrekt en zoekt waarom haar vermeende goddeloosheid gezichtsbedrog blijkt. Juist bij bekeerlingen kan hij daarover getuigenissen vinden. Waarom liet de huidige cultuur hen onvoldaan achter? Wat misten ze in hun leven? Wat stoort hen aan atheïsme? Maar evengoed kunnen die nieuwkomers aan het licht brengen wat barrières zijn om tot geloof te komen of je aan te sluiten bij het kerkinstituut.
Ontmoeting met de Levende
Catechumenen zijn een genade voor de kerk en een vreugde voor de geloofsgemeenschappen. Ze verdienen een gastvrij onthaal, maar nog meer verdienen ze het beluisterd te worden. Hun getuigenis kan andere christenen eraan herinneren dat het geloof niet draait om dogma’s of moraal, maar om de ontmoeting met de levende Christus. En dat God geen antwoord is op onze problemen, maar een vraag, een appel van liefde die vraagt om wederliefde. De toekomst van het christendom is niet gebaat met theorieën en theologische categorieën, maar met ruimtes die de verbeelding toelaten als respons op de werkelijkheid, waar alternatieven vorm kunnen krijgen, waar de eeuwige nieuwheid van het evangelie en van God kan oplichten. Waar een herberg is, daar kan de Vreemdeling op bezoek komen, die de harten doet branden en die herkend wordt in het breken van het brood.
Emmanuel Van Lierde
Hoofdredacteur van het christelijke opinieweekblad Tertio
Van Emmanuel Van Lierde verschenen de volgende boeken
(klik op de afbeelding voor meer informatie)