‘Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft,
de wereld en wie haar bewonen.’ Psalm 24:1
Sinds mijn emeritaat woon ik in een koophuis.
Dus ben ik de rechtmatige eigenaar van een stukje grond.
‘Eigenaar’, zo heet dat dan. Maar mijn Bijbel vertelt me iets anders. De aarde is van God! Je hebt die grond te leen, je mag er een tijdje voor zorgen, maar meer ook niet. Als het puntje bij het kadasterpaaltje komt, hebben we er met onze grijpgrage vingers vanaf te blijven!
De maand februari 2019 telde drie wonderschone dagen. Het was nog winter, maar wat een verrukkelijk voorjaar bij voorbaat! Twintig graden en volop zon! Mooi? Of een voorbode van nog veel meer zinderende en alles uitdrogende zomerhitte dan we vorig jaar al mochten beleven? Wie het zeker weet, mag het zeggen.
Koos van Noppen schreef over de klimaatdiscussie in het Nederlands Dagblad: ‘De één ligt er van wakker, de ander lijkt het voor kennisgeving aan te nemen, een derde wil er niet aan, een vierde verwerpt het “omdat het mensen als schuldenaars neerzet”, een vijfde begint over de “pseudoreligieuze milieuhype”, etc. Er is sprake van een grote ongelijktijdigheid.’
Dat mag helemaal waar zijn, de onrust groeit. Een voorbeeld? A Rocha: een wereldwijde beweging van christenen die vanuit hun geloof zorgen voor Gods schepping. Met het programma Hart voor de schepping ondersteunt A Rocha kerken die willen bijdragen aan de zorg voor de schepping.
A Rocha was betrokken bij de Klimaatmars in Amsterdam op zondag 10 maart 2019. Men verzamelde bij de Dominicuskerk aan de Spuistraat, waar men begon met gebed, met medewerking van de scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Ik zou er misschien niets van geweten hebben, ware het niet dat ik het verzoek kreeg een lied te schrijven voor de afsluitende gebedsdienst in de Noorderkerk.
U vraagt zich wellicht af: moet dit nu allemaal? Mijn antwoord is: ja, dit moet! Ook op dit punt dient de kerk van Jezus Christus alert te zijn, in een wereld die zich zo langzamerhand nauwelijks nog bekommert om het land, de zee en de lucht die wij van onze goede Schepper cadeau hebben gehad. Niet voor niets is er in Amsterdam een spandoek meegedragen met de tekst ‘Kyrie eleison, Heer ontferm U’. Bij die hartenkreet schreef ik op een zeer bekende melodie een liedtekst (zie de volledige tekst elders op deze site) waarvan het eerste couplet luidt:
Kyrieleis, heb medelijden,
de schepping klaagt, de aarde huilt –
akkers en weiden: straks woestijnen,
het voedsel schaars, de grond vervuild.
Twee liederen schreef ik. Het eerste is gezongen. Het tweede werd afgekeurd. Zelfs de mooie melodie (die van gezang 460 Liedboek voor de Kerken) kon niet verbloemen dat de inhoud nogal heftig is – vond men. Vooral het woord ‘vermoorden’ was een struikelblok.
Ik ben bang dat het inderdaad zo heftig is! God de Vader is onze Verwekker. Hij boetseerde ons uit de grond van deze aarde, die je daarom onze moeder zou kunnen noemen. En laten we nu eerlijk zijn: plegen wij op haar niet een aanslag? Verontrustende concentraties fijnstof in Belgische steden. Kapotte containers in Hollands vaarwater – met alle gevolgen van dien. Een enorme, microscopisch fijne plasticsoep drijft rond in onze oceanen. Minuscuul kleine stukjes verpakkingsmateriaal richten dood en verderf aan zodra vogels en vissen en andere dieren die korreltjes gaan consumeren. In de zee, op het strand en in de duinen: moord!
Intussen zingt de psalm, nog altijd: ‘Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen.’ Wie mee wil blijven zingen, moet wel weten wat hij of zij doet, bij het inpakken van appels en peren in de zoveelste plastic zak bij de supermarkt. Ik weet niet wat u doet, maar ik bied ze tegenwoordig los aan bij de kassa. Alleen de caissière en de klant na mij zijn getuigen van mijn privédemonstratie. Het zij zo.
Een somber verhaal? Ik geef toe: deze overweging staat in mineur. Maar eindigt in majeur! Want dat afgekeurde lied mag dan misschien heftig zijn, niet deftig genoeg voor luxe oren, hoger gestemd dan de laatste twee regels kan ik niet schrijven.
God, vergeef ons, wij vermoorden
wat uw schepping beeldschoon gaf –
dat wij evenwicht verstoorden
roept om zelfgekozen straf:
moeder aarde, die ons baarde,
uitgeput, een massagraf.
Help ons om het tij te keren,
wijsheid, kom, wij zijn zo dom,
gaan maar door met produceren –
wie weet kan het roer nog om
als wij rijken anders kijken:
ons milieu uw eigendom.
Laat ons vrolijk offers brengen,
niet voor even – keer op keer
duurzaam levenstijd verlengen,
minder willen, niet steeds meer.
Onze puinstad wordt weer tuinstad,
hemel, daal op aarde neer!