Die Zauberflöte, de laatste opera van Mozart, heeft vanaf de première in 1791 tot nu toe de gemoederen sterk beziggehouden. Heeft de muziek van meet af aan tienduizenden weten te ontroeren, over het verhaal dat in de opera verteld wordt, bleef men steeds fundamenteel verdeeld. Velen vroegen zich af of het libretto wel enige serieuze strekking had. Van den Berk heeft in deze studie een opmerkelijke bijdrage geleverd aan de ontsluiering van het operaverhaal. Hij werkt uit dat daarin het opus magnum (het grote werk) van de alchemisten wordt uitgebeeld. Op het einde van de achttiende eeuw deed de alchemie, als mystieke stroming, zich in Wenen nog sterk gelden, met name in geheime genootschappen zoals de vrijmetselarij. Voor Mozart en zijn broeders, die lid waren van de loge, betrof het hier een spiritualiteit die de adept via inwijdingsriten bewust liet zijn van zijn duistere en lichtende krachten. Wateren vuur dienden een huwelijk aan te gaan. De alchemisten hebben steeds in allegorieën deze alchemische bruiloft beschreven. Van den Berk toont aan dat de opera een dergelijke allegorie uitbeeldt, waarin de personages de verschillende stoffen en hun transformaties symboliseren, op zoek naar de steen der wijzen. Vanuit de tempel van de Koningin van de Nacht wordt een inwijdingsweg afgelegd, uitmondend in de zonnetempel van Sarastro. In deze volledig herziene vijfde druk heeft de auteur weer verschillende verbeteringen en aanvullingen aangebracht, daarbij rekening houdend met de uitgebreide literatuur die deze opera elk jaar weer ten deel valt. Zo bleek een onlangs verschenen artikel van de geoloog-scheikundige Whittaker over het alchemis tisch karakter van deze opera zeer relevant. Juist omdat hij de studie van Van den Berk niet kent, en geheel onafhankelijk tot eenzelfde hypothese komt, wordt de kracht hiervan alleen maar groter. Andere accenten die Whittaker uitwerkt, zijn dankbaar geïntegreerd in deze vijfde druk. Ondertussen vindt dit boek ook internationaal zijn weg. Rond de jaarwisseling 2003-2004 verscheen een Engelstalige editie bij uitgeverij Brill. M.F.M. van den Berk (1938) studeerde theologie in Rome, Lyon en Nijmegen. Tot eind 2001 was hij verbonden aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht. In zijn vakgebied houdt hij zich bezig met symbolisch bewustzijn, religie en kunst en biologie en spiritualiteit. Naast Die Zauberfl öte verschenen van hem bij Meinema Mystagogie. Inwijding in het symbolisch bewustzijn (4de druk 2003) en bij Meinema/Pelckmans Het Mysterie van de Hersenstam. Over basisfuncties, psychosomatiek en spiritualiteit (2de druk 2003).
Die Zauberflöte, de laatste opera van Mozart, heeft vanaf de première in 1791 tot nu toe de gemoederen sterk beziggehouden. Heeft de muziek van meet af aan tienduizenden weten te ontroeren, over het verhaal dat in de opera verteld wordt, bleef men steeds fundamenteel verdeeld. Velen vroegen zich af of het libretto wel enige serieuze strekking had. Van den Berk heeft in deze studie een opmerkelijke bijdrage geleverd aan de ontsluiering van het operaverhaal. Hij werkt uit dat daarin het opus magnum (het grote werk) van de alchemisten wordt uitgebeeld. Op het einde van de achttiende eeuw deed de alchemie, als mystieke stroming, zich in Wenen nog sterk gelden, met name in geheime genootschappen zoals de vrijmetselarij. Voor Mozart en zijn broeders, die lid waren van de loge, betrof het hier een spiritualiteit die de adept via inwijdingsriten bewust liet zijn van zijn duistere en lichtende krachten. Wateren vuur dienden een huwelijk aan te gaan. De alchemisten hebben steeds in allegorieën deze alchemische bruiloft beschreven. Van den Berk toont aan dat de opera een dergelijke allegorie uitbeeldt, waarin de personages de verschillende stoffen en hun transformaties symboliseren, op zoek naar de steen der wijzen. Vanuit de tempel van de Koningin van de Nacht wordt een inwijdingsweg afgelegd, uitmondend in de zonnetempel van Sarastro. In deze volledig herziene vijfde druk heeft de auteur weer verschillende verbeteringen en aanvullingen aangebracht, daarbij rekening houdend met de uitgebreide literatuur die deze opera elk jaar weer ten deel valt. Zo bleek een onlangs verschenen artikel van de geoloog-scheikundige Whittaker over het alchemis tisch karakter van deze opera zeer relevant. Juist omdat hij de studie van Van den Berk niet kent, en geheel onafhankelijk tot eenzelfde hypothese komt, wordt de kracht hiervan alleen maar groter. Andere accenten die Whittaker uitwerkt, zijn dankbaar geïntegreerd in deze vijfde druk. Ondertussen vindt dit boek ook internationaal zijn weg. Rond de jaarwisseling 2003-2004 verscheen een Engelstalige editie bij uitgeverij Brill. M.F.M. van den Berk (1938) studeerde theologie in Rome, Lyon en Nijmegen. Tot eind 2001 was hij verbonden aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht. In zijn vakgebied houdt hij zich bezig met symbolisch bewustzijn, religie en kunst en biologie en spiritualiteit. Naast Die Zauberfl öte verschenen van hem bij Meinema Mystagogie. Inwijding in het symbolisch bewustzijn (4de druk 2003) en bij Meinema/Pelckmans Het Mysterie van de Hersenstam. Over basisfuncties, psychosomatiek en spiritualiteit (2de druk 2003).