10. Rijk zijn of rijk worden
Les 10
Waar leeft de christen voor? In 1 Timotheüs 6 maakt Paulus een opmerkelijk onderscheid tussen ‘de rijken’ en hen ‘die rijk willen wórden’. Met de eerste groep heeft Paulus blijkbaar helemaal geen moeite. De rijken kunnen het soms helemaal niet helpen dat zij rijk zijn: óf ze hebben een groot fortuin geërfd, óf ze hebben de uitzonderlijke gave om alles wat zij aanraken in goud te veranderen. Paulus waarschuwt hen alleen ‘niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet gevestigd te hebben op de onzekerheid van de rijkdom, maar op God die ons alles rijkelijk geeft om te genieten, om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en mededeelzaam, om voor zichzelf een goed fundament weg te leggen voor de toekomst, opdat zij het werkelijke leven grijpen’ (vs. 17-19). Dit laatste is waarom het gaat. Hoe rijk je ook bent, houd je oog gericht op het werkelijke leven, het leven met God.
Hoe rijk ben jij? Niet in je alledaagse leven, niet in het geld op je bankrekening, maar hoe rijk ben je in het geloof? Maak voor jezelf een begroting hoe jij je rijkheid uitgeeft – wat jij doet met je geloof en hoe je jouw christen zijn uitstraalt in de wereld. Help je veel in de gemeente? Lees je veel uit de bijbel? Bid je veel? Allemaal manieren om jouw rijkheid goed te gebruiken.
Leave a comment
Comment as a guest: