‘Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden.’
door dr. Jan Dirk Wassenaar
Ooit zei de hoogleraar kerkrecht bij wie ik begin jaren ’80 college liep: ‘Als je dominee wordt, zorg dan dat de kerkorde in de zaal waar de kerkenraadsvergaderingen worden gehouden, ligt.’ Hij voegde er aan toe: ‘Zelf heb ik het boek op mijn nachtkastje liggen.’ Ik denk dat er weinig zalen in kerkelijke gebouwen zijn waar de kerkorde ligt en dat er niemand is die het boek op zijn nachtkastje heeft liggen. Dat laatste lijkt mij ook onnodig, ongewenst zelfs. Voor het eerste is wel wat te zeggen. Het is goed dat ambtsdragers de regels die in de kerk afgesproken zijn, kunnen vinden. Wat ook goed is: dat er een toelichting op de kerkorde voorhanden is.
Kort nadat de vereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden een feit was, in 2004, verscheen een toelichting op de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland, onder de redactie van dr. P. van den Heuvel. In 2013 kwam een herziene versie uit. Onlangs rolde Nieuwe toelichting op de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland van de drukpersen. Men kan nu niet meer van een herziene versie spreken. Als gevolg van ‘Kerk 2025’ was een nieuwe opzet nodig. Dr. F. Tobias Bos en prof.dr. Leo J. Koffeman voerden de redactie van de nieuwe uitgave, in dr. Jaap van Beelen, dr. Leon van den Broeke, mr. Jaap Broekhuizen en dr.mr. Klaas-Willem de Jong vonden zij collega-scribenten.
De nieuwe toelichting gaat uit van de tekst van de kerkorde zoals de generale synode die in 2018 heeft vastgesteld. Ook worden wijzigingsvoorstellen die de synode in eerste lezing heeft aanvaard en die in november 2019 of april 2020 in tweede lezing zullen worden besproken, aan de orde gesteld. Overigens: op de website van de Protestantse Kerk in Nederland wordt steeds de actuele tekst van de kerkorde gepubliceerd, zodat er geen onduidelijkheid kan ontstaan over welke regels gelden.
De medewerkers aan de nieuwe toelichting hebben gebruik kunnen maken van de uitspraken van het generale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen en van de rapportages van het generale college voor het opzicht. Voor zover daarmee een bepaalde interpretatie van de kerkorde in jurisprudentie is vastgelegd, is die in het commentaar verwerkt.
Anders dan in de uitgaven van 2004 en 2013 het geval was, is de volgorde van de ordinanties niet meer als uitgangspunt voor de bespreking genomen. Er is – met het oog op de gebruiksvriendelijkheid – voor een meer thematische aanpak gekozen. (In de ordinanties is de kerkorde in engere zin – de zogenaamde Romeinse artikelen – in allerlei bepalingen uitgewerkt. ‘Kerk 2025’ heeft die Romeinse artikelen nagenoeg ongemoeid gelaten. Daarom hebben de redacteuren van de nieuwe toelichting ervan afgezien de daarop gebaseerde theologische verantwoording van de hand van ds. Barend Wallet opnieuw op te nemen. Ik vind dat jammer. Want daarmee is de uitgave eigenlijk incompleet. Voor de basis zal men moeten teruggrijpen op de eerdere uitgaven.)
In de nieuwe toelichting zijn een trefwoordenregister en een register op de artikelen van kerkorde, ordinanties en generale regelingen alsook een organogram te vinden. Heel handig!
In het ‘Woord vooraf’ spreken de redacteuren de wens uit dat hun boek voor de gebruiker niet alleen nuttig is bij zijn of haar betrokkenheid op gemeente en kerk, maar af en toe ook als aangenaam ervaren wordt. Voor mij geldt dat in ieder geval wel. Toegegeven: als scriba van de classis Overijssel-Flevoland ben ik een atypische ambtsdrager. Ik kijk meer dan gemiddeld in de kerkorde en ik raadpleeg de toelichting ook meer dan gemiddeld. Maar ook ambtsdragers die anderszins bestuurlijke verantwoordelijkheid in de kerk dragen, leden van een moderamen van een kerkenraad bijvoorbeeld, kunnen er hun voordeel mee doen. Om met de apostel Paulus over de gang van zaken op het kerkelijke erf te spreken:
‘Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden.’ ( 1 Korintërs 14: 40)